Een analyse van het examen Klein Vaarbewijs

Met een ferme hand feliciteerde de examinator me. ‘Zo keurig zie ik het zelden’, zei hij. Een paar weken eerder had ik Vaarbewijs 1 nét gehaald. In april vorig jaar was ik opnieuw in de sfeerloze locatie van Vamex in Alkmaar voor deel 2 van het Klein Vaarbewijs. Dit onderdeel vond ik veel leuker en mijn harde studeren werd beloond. Vaarbewijs 1 geldt voor de binnenwateren (rivieren, kanalen en meren) en Vaarbewijs 2 ook voor op zee. Een paar minuten na de uitslag kreeg ik mijn International Certificate for Operators of Pleasure Craft (ICC) met pasfoto erop in mijn handen gedrukt. De keren dat ik toen had gevaren waren op één hand te tellen.  

Nu, een jaar later, heb ik meer vaarervaring. Toch twijfelde ik bij veel vragen toen ik Jouke laatst overhoorde. ‘Oh, zat dat zo. Inderdaad: met het geluidssein één lange stoot, één korte stoot en één lange stoot maak je een verzoek voor het bedienen van een beweegbare brug kenbaar volgens het BPR.’ Hij heeft twee weken geleden op een zaterdagmiddag in één keer zijn Klein Vaarbewijs 1 en 2 gehaald. Maakt dat wij onze certificaten hebben ons nu goeie schippers? Of was Jouke dat al en ben ik gewoon goed in leren (en het geleerde weer vergeten)?


Wel handig om te hebben
Hoewel het voor onze boot in Nederland niet nodig is om in het bezit te zijn van een vaarbewijs, onze boot is immers net geen tien meter lang en de verplichting geldt vanaf vijftien meter, vinden we het toch heel handig om de pasjes te hebben. In bijna alle andere Europese landen gelden strengere regels. In Frankrijk, Duitsland en Spanje bijvoorbeeld is een ICC voor onze boot wel verplicht. In Griekenland moeten zelfs minimaal twee personen aan boord dit certificaat hebben.
Slechte toets?
De idee van een vaarbewijs is vanzelfsprekend veiligheid en het goed laten verlopen van alle vaarbewegingen. Wanneer regels, procedures en technische bootkennis aanwezig zijn en wanneer iemand kan navigeren zal de kans op onveilige situaties zoals een aanvaring veel kleiner zijn. Desalniettemin is er veel kritiek op de toets te geven. Jouke hoorde zijn examinator tegen iemand zeggen die gezakt was: ‘Je moet het boek ook leren, niet onder je kussen leggen.’ Zal deze jongen inderdaad slechter varen dan ik, die nu met mijn pasje zelfs een pleziervaartuig van 25 meter mag besturen? Kortom, wat meet het examen en wat is wat een schipper moet weten en kunnen? Beter gesteld: hoe valide is deze toets?

Het vaarbewijs onder de loep - Taxonomie van Bloom
Mijn studenten kunnen ‘m dromen. De Taxonomie van Bloom. Dit is een mooi en populair instrument om toetsen te analyseren. Welke denkniveaus toets je nu? Volgens de Taxonomie van Bloom bestaan er zes denkniveaus die in tweeën zijn te splitsen: hoge en lage. Als je dit instrument loslaat op het Klein Vaarbewijs dan vallen alle vragen in de laatste categorie (laag denkniveau). Bijvoorbeeld de vraag over het herkennen van een verkeersbord sluit perfect aan op niveau 1 Onthouden (zie plaatje hieronder). Een vraag waarbij je moet bepalen wie er voorrang heeft, lijkt me een toepassingsvraag, ook een lager denkniveau. Je past immers een verkeersregel toe. Ook de navigatievragen voor Klein Vaarbewijs 2 lijken me toepassingsvragen. Is het erg dat hoge denkniveaus niet getoetst worden? Ja, dat vind ik wel. Iemand die vaart moet besluiten nemen en deze kunnen rechtvaardigen, vaarroutes plannen en weeromstandigheden beoordelen. Dat deze denkniveaus niet getoetst worden maakt het examen naar mijn idee niet representatief.



Geen windkracht vijf en hoge golven
En dan nog iets. Het examen afleggen is geen authentieke taak. In een hokje achter een pc geef ik in korte tijd mijn antwoorden op vragen. Een passer, een potloodje, gum en plotter liggen voor me klaar. Als ik later mijn antwoord wil veranderen, klik ik op het linker pijltje en wijzig ik het. Wat heeft deze situatie met de praktijk te maken? Ik ben niet buiten, ik zie geen containerschip op me afkomen, ik voel geen windkracht vijf door mijn haren gaan, ik zie geen hoge golven net achter me breken. Maar ik vraag aan de surveillant of hij nog een blaadje voor me heeft. De constructvaliditeit lijkt me ook hierom niet te deugen. In de praktijk moeten regels toch toegepast worden? Niet in een redactiesom met net wat andere getallen dan in het oefenexamen.
Hier in Alkmaar gebeurde het. Bron: www.vamex.nl
Hoe dan?
Mijn kritiek en zorg over het louter theoretische examen is niet nieuw en ook niet uniek. Meer examens hebben dit probleem. Het laatste nieuws is dat het CBR de examens zal overnemen. Zal dit bureau praktijkexamens gaan afnemen? Dan zal beter te meten zijn of iemand in staat is een sleepbootje te besturen. Of een motorboot. Of een groot plezierjacht. Of een waterscooter. Eén praktijkexamen voor al deze boten? Ik heb geen idee hoe dat eruit zal zijn. En ik vind het stiekem toch wel fijn dat we nu al onze ICC’s hebben die, zoals ik geleerd heb, onbeperkt geldig zijn.  


zoalsdewindwaait

Op reis met een zeilboot.

2 opmerkingen:

  1. Mooie blog weer. Ik kan niet wachten op je verhalen van wanneer jullie daadwerkelijk op pad zijn!
    Ik ben het met je eens dat KVB I/II toetsing voor jullie en vele anderen weinig toegevoegde waarde heeft. Toch vind ik het een prettig idee dat, in een land waar zoveel water is en bootjevaren zo laagdrempelig is, vooral de gemotoriseerde snelle schepen allemaal ten minste een beetje begrip hebben van bijvoorbeeld de voorrangsregels.

    BeantwoordenVerwijderen